
Tussen 2004 en 2012 werden in Nederland bijna 800 kinderen met ALL behandeld. Dankzij de nieuwe therapie is inmiddels een 5-jaars ziektevrije overleving bereikt van 87%. Voor sommige kinderen werd de therapie verzwaard en voor andere kinderen juist verlicht.
Therapie op maat
Nieuw is dat de behandeling met chemotherapie, die in totaal 2 jaar duurt bij kinderen met ALL, op maat wordt aangepast. Dit gebeurt op basis van de reactie op de eerste 2 kuren. Via een nieuw ontwikkelde test wordt na iedere kuur gekeken hoeveel leukemiecellen nog aanwezig zijn, de zogenaamde minimale rest ziekte (MRD). Op basis van deze test worden de patiënten in drie groepen met een eigen therapie ingedeeld:
Groep 1: Kinderen met een hele goede reactie in de eerste 3 maanden. Zij krijgen vervolgens een minder zware therapie. Dat blijkt prima te werken: ze behouden dezelfde uitstekende genezingskans met minder bijwerkingen.
Groep 2: Kinderen met een slechte reactie in de eerste 3 maanden: voor hen is de therapie verzwaard en geïntensiveerd. Dat leidt tot een sterke stijging van de genezingskans ten opzichte van voorheen.
Groep 3. Bij kinderen met gemiddelde reactie is de therapie ook verzwaard. Ook bij deze groep betekent dit een hogere overleving.
Nieuw behandelschema
Op basis van de behaalde resultaten is in 2012 landelijk gestart met een nieuw behandelschema voor kinderen met ALL, protocol ALL-11. De therapie wordt nu nog toegepast in 7 verschillende centra. Vanaf 2018 gebeurt dit centraal in het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie te Utrecht.
Bron: Website www.prinsesmaximacentrum.nl